PERSBERICHT: CVAH dient dagvaarding in bij rechtbank Den Haag

Gepubliceerd op 19 maart 2021

De Centrale Vereniging voor de Ambulante Handel (CVAH) heeft de dagvaarding ingediend bij de rechtbank in Den Haag. Twee weken geleden kondigde de vereniging al aan juridische stappen tegen de staat te ondernemen vanwege het verbod voor non-food marktondernemers om op de markt te staan. Dit gebeurt nu in de vorm van een dagvaarding.

‘De markt is ondeelbaar’

Al geruime tijd zitten een kleine 5000 non-food ondernemers gedwongen thuis, terwijl ruimschoots is aangetoond dat zij op een veilige en verantwoorde manier hun werk kunnen uitoefenen. Ook  nu de retail onder voorwaarden hun deuren weer mogen openen, wordt deze groep ondernemers het werken nog steeds onmogelijk gemaakt. De net aangetreden voorzitter van de CVAH, Louise Wesselius, besloot vandaag de dagvaarding in te dienen nadat de landsadvocaat niets van zich heeft laten horen. Die had twee weken de tijd om te reageren op het voornemen van de vereniging om een rechtszaak tegen de staat aan te spannen. “Onze advocaat Martijn van Meppelen-Scheppink heeft vandaag de dagvaarding ingediend bij de rechtbank van Den Haag. We willen dat de non-food onmiddellijk mag terugkeren op de markt. Het verbod raakt kant noch wal. Al vorig jaar hebben wij ruimschoots aangetoond dat we veilig en verantwoord kunnen ondernemen. De markt is de grootste supermarkt onder de blauwe hemel en daarmee veiliger dan alle andere supermarkten. Nergens kun je zo veilig je boodschappen halen als op de markt. Het is echt niet uit te leggen waarom de non-food niet mag ondernemen. Bovendien is de markt ondeelbaar.”

Gelijk halen via rechter

De beslissing om de rechtszaak tegen de staat door te zetten komt op het moment dat de retail een week eerder al bakzeil haalde bij de rechter en vandaag ook de horeca geen voet aan de grond heeft gekregen bij de rechter. Wesselius ziet de rechtszaak echter met vertrouwen tegemoet. “Wij hebben een ijzersterke zaak en kunnen heel goed beargumenteren waarom het verbod op de non-food met onmiddellijke ingang van tafel moet. Wij hebben zelf het idee dat de overheid momenteel de rechtsgang zoveel mogelijk traineert. Wij betreuren het dat we op deze manier ons gelijk moeten halen. We waren liever in een overleg met de overheid tot een akkoord gekomen, helaas laat die niets van zich horen en reageert op geen enkele oproep. Dan moeten we ons gelijk maar via de rechter halen.”